Defensiekanaal


Tijdens mobilisatie 1939-1940, in de herfst van 1939 werd begonnen met het graven van het Defensiekanaal of Peelkanaal als onderdeel van de Peel-Raamstelling.
Op 10 mei 1940, bij de start van de Tweede Wereldoorlog, was het ongeveer klaar.
Het kanaal reikt tot de Raam, een riviertje boven Mill.
Het deed dienst als afwateringskanaal en antitankgracht, waardoor het al snel de naam Defensiekanaal kreeg.





Het kanaal begint bij Griendtsveen, waar het wordt gevoed door de Helenavaart en het Kanaal van Deurne.
Aan de westzijde werd een 80 kilometer lange verdedigingslinie gebouwd met mijnenvelden, kazematten, prikkeldraadversperringen en daar achter loopgraven.

Deze werd de Peel-Raamstelling genoemd. De aanwezige spoorlijn (het zogenaamde Duits Lijntje) is aan het begin van de oorlog voorzien van een inderhaast aangelegde aspergeversperring aan weerszijden van de brug bij Mill over het defensiekanaal .


 


In de defensiestrategie van Nederland voor de Tweede Wereldoorlog speelde de Peel-Raamstelling een voorname rol. Die stelling was geconstrueerd achter het Defensiekanaal en de Zuid-Willemsvaart, en liep van de Raam in het noorden tot aan Weert in het zuiden. In de stelling en de veiligheidszone erachter zouden volgens de oorspronkelijke strategie in 1939 het IIIe Legerkorps en de Lichte Divisie liggen, zo'n 35.000 man. Met de wisseling van de opperbevelhebbers in februari 1940 veranderde de strategie en zou de Peel-Raamstelling nog slechts een zwakke bezetting houden en de rest van de troepen zich in de eerste oorlogsnacht binnen de Vesting Holland terugtrekken.

 

Toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, werd op 10 en 11 mei op sommige locaties langs het Defensiekanaal fel gevochten. Met name de Slag bij Mill was hevig en duurde meer dan 24 uur. De gevechten die zuidelijker in de Peel-Raamstelling werden uitgevochten, vonden vooral plaats in de sector van de stelling die achter de Zuid-Willemsvaart was geconstrueerd.







Het defensiekanaal loopt nagenoeg zuid-noord, vrijwel parallel aan de provinciegrens met Noord- Brabant, en is - wat betreft het Limburgse deel - nooit meer dan 750 m van deze grens verwijderd. Bij de Vredepaal splitst het kanaal zich in twee takken. Onder normale omstandigheden krijgt de tak die naar het oosten afstroomt - het Afleidingskanaal - al het water. De noordelijke tak - het Peelkanaal op het grondgebied van Noord-Brabant - krijgt alleen water bij zeer hoge afvoer. Het is door een vrij hoge dam gescheiden van de rest van het Peelkanaal. Over vrijwel de gehele lengte wordt het kanaal aan de westzijde begeleid door een strook bos. Op een aantal trajecten bevindt zich ook aan de oostzijde bos. Aan de westzijde bevindt zich ook om de ongeveer 300 meter een kazemat op de kanaaloever.



Het Defensiekanaal was een typisch Nederlands economisch product. Het was door Defensie gewenst, maar omdat het door werklozen werd aangelegd, betaalden andere departementen mee. Zo werden meerdere vliegen in één klap geslagen.
Omdat met de Belgen geen overeenstemming kon worden bereikt over de voortzetting in België was het risico van omtrekking van Weert naar Tilburg groot. Generaal Winkelman besloot om aleen de voorzijde te bemannen, om de schijn van verdediging op te houden.